‘Samenwerking met naasten van cliënten is er uiteraard altijd geweest. Het is niet iets dat nu ineens uit de lucht komt vallen. Goede samenwerking vraagt om goede communicatie met elkaar. Dat kost tijd en energie. Mensen verschillen van elkaar en hebben daarmee ook verschillende verwachtingen over wat zorg betekent. Dat is soms een uitdaging. Sommige thema’s hebben daardoor meer aandacht nodig om goed besproken te worden.’
‘Verhuist een dierbare naar een zorgomgeving, dan gaat dit bijvoorbeeld gepaard met rouw en verlies. We hebben maatschappelijk werkers aan boord die heel goed begrijpen wat dit voor naasten betekent. Hierdoor voelen ze zich beter gezien en gehoord. Ook zijn er culturele verschillen onder mensen, waardoor we rekening moeten en willen houden met andere gebruiken en taal.’
‘Samenwerking vergt tijd en energie, zowel van naasten en vrijwilligers als van zorgmedewerkers. Die laatsten willen met alle liefde optimaal samenwerken met naasten, maar worden vaak ook opgeslokt door de waan van de dag. In de praktijk zien we mooie dingen ontstaan. We zien medewerkers en naasten met elkaar in gesprek gaan over dit onderwerp.’
‘Wat we ook zien in de praktijk, is dat vrijwilligers heel belangrijk zijn voor cliënten. Een vrijwilliger kan net zo dichtbij komen als een familielid. Vrijwilligers voelen zich binnen Amstelring welkom en thuis. Mensen vinden het vaak fijn om gevraagd te worden en er ontstaan mooie, informele gesprekken met cliënten, bijvoorbeeld tijdens het aanbrengen van kerstversiering. Zorgmedewerkers zorgen voor de juiste lijnen tussen vrijwilligers en familie.’
‘Er zijn hulpmiddelen voor zowel medewerkers als naasten om de samenwerking vorm te geven. Medewerkers maken we bewust met korte video’s en foto’s. Voor naasten is er een ‘informatiekoffer’, geïnspireerd op de praktijk. Deze is gemaakt door maatschappelijk werkers, kwaliteitsverpleegkundigen en trainers. In de koffer zitten gesprekshulpmiddelen vanuit driehoekskunde en het 5 stappenmodel.’
‘Het doel van alle hulpmiddelen is met elkaar in gesprek gaan en blijven over de verschillende belangrijke thema’s en de samenwerking hierop. Er zijn altijd ideeën voor nieuwe hulpmiddelen, want iedereen heeft behoefte aan iets ander
‘In 2024 gaan we verder met het coördineren van informele zorg. Dat doet een coördinator, die de samenwerking met vrijwilligers en vooral naasten verder vormgeeft. En dit wordt gespiegeld met teams: wat betekent dit voor de dagelijkse praktijk? We zoeken naar een goede manier om het thema ‘aan te wakkeren’. Hoe gebeurt het? Hoe willen we samenwerken? Wat kan er nog beter?’
‘We gaan kennisuitwisseling en -deling stimuleren voor iedereen die hiermee bezig is. Op locatieniveau verbinden we de verschillende doelgroepen. Dat kan door een gesprek, maar ook door een gezamenlijke activiteit, zoals een film kijken, samen eten of een spel spelen met elkaar. Samenwerking en begrip krijgen voor elkaar begint met elkaar beter leren kennen.’
Onze uitdaging is de beweging erin houden. Dingen gaan niet vanzelf. Elke locatie, elk team is anders en het is altijd de vraag: wie pakt wat op? Uit onderzoek blijkt dat het essentieel is vrijwilligers vanuit hun rol ook onderdeel van het team te maken. Zij spelen namelijk een belangrijke, waardevolle rol in het leven van onze cliënten en worden ook getraind als het gaat om kennis over dementie.
De rol en inzet van de toekomstige vrijwilligers verandert. Denk daarbij aan het aantal, hun leeftijd en hoe lang ze betrokken zijn. Er zijn vrijwilligers die geregistreerd zijn én mensen die af en toe bijdragen. Een derde van onze vrijwilligers is boven de 70. Het positieve aan de toekomst van de vergrijzing? Er is een enorm potentieel!