Dat oude gebouw. Een markeringspunt in het toen jonge Amsterdam Noord. Twaalf etages functioneel beton, met onderin die enorme zaal waar artiesten van naam en faam de harten van bewoners stalen. Ook Willeke Alberti trad er regelmatig op. ‘Spiegelbeeld, vertel eens even...’ Edith Wartes weet het nog. Het hele huis achter een advocaatje met slagroom. Bitterbal erbij, wat een sfeer!
‘We hoefden niet veel te doen,’ kijkt Edith (66) terug. ‘Mensen waren vaak nog heel gezond. Ze gingen naar het bejaardenhuis voor de gezelligheid. Wij maakten het bed voor ze op, brachten kopjes thee, hielpen met een boterham. En verder deden we dat wat nu door vrijwilligers wordt gedaan. Een spelletje, een praatje, even naar buiten. Het was een andere tijd.’
Edith had al jong belangstelling voor de zorg. Ze groeide op in het Surinaamse Coronie, streek van katoen en kokos en vis direct uit zee. ‘We waren met tien kinderen,’ vertelt ze. ‘Mijn vader was vrachtwagenchauffeur, we hadden het goed. Altijd eten en schone kleren. Bij ons in de buurt was een ziekenhuis. Daar zag je zusters met spierwitte, gesteven uniformen. Het straalde goedheid en netheid uit en dat trok mij aan. Maar je had Mulo nodig, en ik had Ulo. Mijn nicht lukte het wel om verpleegster te worden. Jaloers dat ik was. Jaloeoeoeoers!’
In 1975 is Edith naar Nederland gekomen, net als haar zus en veel andere jonge vrouwen. ‘Ik was 19 en wist van niets, ik ging gewoon met de meute mee. Wat me het eerste opviel? De kou! Ik wilde niet naar buiten, zo koud vond ik het. Zelfs in september. Pas toen ik na een paar maanden aan het werk ging in Het Schouw, begon ik me een beetje thuis te voelen.’
Het Schouw was net vier jaar in bedrijf. Het was de tijd van bordeaux-rode stadsbussen en broeken met wijde pijpen. Van rellen in de Nieuwmarktbuurt. De ouderen van Het Schouw konden er ook wat van als het om protesteren ging. Met opgeheven vuisten uitten ze hun woede over het korten op de ouderenzorg door minister Brinkman. ‘Het Schouw solidair,’ stond er op de spandoeken. Geheel in de geest van ‘vadertje' Drees.
Het bleek een kantelpunt in de geschiedenis van zorgend Nederland. Alles moest zuiniger, zakelijker. Klaar met de gezelligheid. Edith weet het nog. Ze heeft de veranderingen allemaal gezien. Ze heeft zich met liefde gehecht aan honderden bewoners. En hen ook weer losgelaten. Alles met weinig woorden. De mooiste tijd? ‘Toch wel het oude gebouw.’ De slechtste tijd? ‘Corona.’
Binnenkort gaat Edith met pensioen, of half met pensioen, ze weet het nog niet precies. ‘Eerst wilde ik niet,’ zegt ze. ‘Maar nu ik aan het idee gewend ben, zie ik ook voordelen. Dat ik niets nieuws meer hoef te leren. Het elektronisch dossier. Een nieuw systeem voor de brandmelder. Daar gaan we weer, denk ik dan. Dus als dat straks niet meer hoeft… maar ik ga Het Schouw ook missen. Mijn collega’s, de bewoners, en de stilte van de nachtdienst.’
Hier vindt u alle informatie over woonzorgcentrum Het Schouw in Amsterdam-Noord