Mijn leven - een aaneenschakeling van avonturen - zou in drie boeken nog niet passen. De rode draad en mijn grote liefde: zeezeilen. Ik woonde in IJmuiden langs het kanaal en stond elke dag uit huis naar de schepen te kijken. Alsof ze dwars door het landschap sneden! Mijn vader werkte voor de Shell, in 1936 emigreerden we voor een paar jaar naar de Verenigde Staten. Het stormde tijdens de overtocht op de Holland-Amerika lijn, iedereen was zeeziek, de betimmering kreunde en kraakte. Dat heeft toen zoveel indruk op me gemaakt.
Na de oorlog, terug in Nederland, heb ik mijn eerste boot gekocht: een twaalfvoets-jol, de Zilvermeeuw. Maanden heb ik geploeterd om haar naar wens te maken, en wat een prachtige momenten heb ik toen jaar na jaar beleefd. Liggend in het riet van de Biesbosch. Zwemmend in mijn geheime havenhol. Vliegend op de wind. Als het gaat over één zijn met de elementen, dan weet ik daar alles van.
In 1954 ben ik opnieuw naar Amerika gegaan om te studeren. Bedrijfskunde, een richting die in Nederland nog vrij onbekend was. Ik verlangde ernaar mijn eigen geld te verdienen. Een vriend wist wel wat: de kreeftenvisserij. Loeizwaar werk, en smerig, maar goedbetaald. Mijn maat was half Iers, half Siciliaans. Een slavendrijver, die minutenlang kon vloeken als iets hem niet beviel. We visten in de samenloop van de Hudson en de koude Labradorstroom. Het aas voor de vallen, die je omlaag liet zakken, was visafval, en de stank ervan was niet te harden. Ik had een truc om de kooien op de juiste diepte te krijgen en wist op een dag wel 200 ‘potten’ boven water te hijsen. Daarom werd ook wel op ons geaasd. We visten buitenterritoriaal, dus moesten onszelf beschermen, soms met een wapen. Vrij als een vogel was je, maar ook vogelvrij.
Tijdens de Flevorace van 1955 heb ik mijn geliefde ten huwelijk gevraagd. De hoofdprijs, dacht ik. We kregen vier kinderen en ik was nog steeds verliefd. Toen bleek dat ze al tien jaar meer voor een ander voelde. De klap daarvan … die heeft me kapot gemaakt, letterlijk. Verschillende keren heeft mijn hart stilgestaan. Ze hebben me voor de hemelpoorten weg moeten slepen. Wat me gered heeft? Een vriend, het werk, de vrijmetselarij, het zeilen. En de liefde.
Nu ben ik alweer 29 jaar gelukkig met Marijke. Ze is veel jonger dan ik. Dames van mijn eigen leeftijd konden nooit meegaan in mijn wilde plannen, dat waren meestal van die tuttebellen. Marijke wilde wel! Zij wilde alles. Tot voor kort woonden we in Durgerdam, aan het water en de vroegere levensader van de Volendammer paling. Ook nu ik niet zo mobiel meer ben, genieten we nog steeds intens van het leven. Laatst hebben we samen het pontje naar de stad genomen. Het IJ zien bracht me tot verrukking. Mijn herinneringen, Marijke, mooie boeken en muziek… wat een rijke schatten geeft het leven.
Meneer Holtrop is op 20 februari 2018 overleden.