Een deel van de ZorgHerberg is een hospice. Mensen die in een hospice verblijven, hebben niet lang meer te leven. ‘Wat je als vrijwilliger met hen doet? Veel kleine praktische dingen. Helpen bij de lichamelijke verzorging of helpen bij eten en drinken. Een stukje lopen. De kamer opruimen. Maar vooral probeer je met ze te praten. Hoe kijken mensen terug op hun leven? Waar zijn ze trots op? Waar hebben ze van genoten? Zijn er nog onvervulde wensen?’
‘Wat mij elke keer weer opvalt,’ zegt Jan Tuit, ‘is hoe verschillend mensen met de dood omgaan. De een is stil, de ander kwaad, weer een ander bang. En sommigen zijn gewoon blij als ze mogen gaan. Zoals we laatst meemaakten met een hoogbejaarde vrouw. Ze was moe, ze had veel pijn en ongemak. De dag van haar dood had ze zelf uitgekozen. Toen het zo ver was, kwam de champagne op tafel. Het einde werd gevierd. Dat vond ik indrukwekkend.’
'Je probeert er voor iedereen te zijn. Contact met de familie is een belangrijk onderdeel van mijn werk.'
‘Waar mensen over praten in de laatste levensfase? Vaak over vervlogen tijden: de Tweede Wereldoorlog, Nederlands-Indië. Bijzondere reizen, kleinkinderen, successen. Maar jammer genoeg komt ook ruzie in de familie voor. Kinderen die niet meer samen door één deur kunnen. Afgunst. Wantrouwen. Als vrijwilliger probeer je er dan toch voor iedereen te zijn. Contact met de familie is een belangrijk onderdeel van je werk.’
Jan is al 6 jaar vrijwilliger in het hospice. Vroeger deed hij ontwikkelingswerk, voor organisaties zoals Oxfam Novib. Grote idealen. Veel reizen en praten. ‘Wat handig is,’ zegt hij, ‘is dat ik veel verschillende culturen ken en meerdere talen spreek. Dat komt me in de ZorgHerberg goed van pas, want we zien mensen van alle achtergronden.
Verder heb ik in dit werk veel meer contact van mens tot mens. Dat is denk ik, wat dit werk voor mij bijzonder maakt. Het gaat soms diep. Want wat iemand ook heeft bereikt of meegemaakt, met de dood eindigt alles. Zo is hier laatst een kampioen marathonlopen geweest. Hij was tot op hoge leeftijd fit gebleven en vocht tegen het ouder worden. Maar ook voor hem hield het op.’
‘Je moet je kunnen verplaatsen in een ander. Oud worden en ziek zijn, betekent bijna altijd verlies. En verlies doet pijn. Dat mag je niet vergeten. Aan de andere kant moet je ook afstand kunnen bewaren. Er melden zich hier soms vrijwilligers die zelf net iemand verloren hebben. Dan is de rouw vaak nog te vers, te heftig.’
‘Ook krijg je met veel ongemakken te maken. Je ziet mensen overgeven. Je ziet ze benauwd zijn, of opgesloten in zichzelf. Daar moet je tegen kunnen. Als je een erg gevoelig mens bent, kun je dit werk in een hospice misschien beter niet doen.’
Jan Tuit: ‘Veel waardering van de gasten en hun naasten. Momenten van diep contact. En nieuwe inzichten soms, over het leven en de dood. Ik heb gezien hoe mooi en harmonieus de laatste levensfase kan zijn. En de dood zelf. Bijzonder vind ik ook de herdenkingsvieringen. Die organiseren we voor de nabestaanden. Met gedichten, warme woorden, mooie muziek, kaarsen en bloemen. Zo nemen we afscheid van elke overledene. Een laatste eer.’
De ZorgHerberg Oostpoort bestaat uit een hospice en een afdeling voor tijdelijk verblijf, waar mensen bijvoorbeeld herstellen van een operatie. Als vrijwilliger wordt je altijd voor beide groepen ingezet, 1 tot 2 dagdelen per week. Je krijgt een uitgebreide training en er is regelmatig intervisie.
In Amsterdam-Oostpoort kun je terecht bij de ZorgHerberg Oostpoort. Mail voor een kennismaking en meer informatie naar: vrijwilligerinzorgherbergoostpoort@amstelring.nl.