Hieronder 10 tips voor het (weer) aantrekkelijk maken van de maaltijden.
De geur van eten is sterk verbonden aan herinneringen. Vertrouwde etensluchtjes kunnen de eetlust opwekken. Is het mogelijk om ter plekke iets te bakken, koken of op te warmen? Dan komen etensgeuren vrij die de smaakbeleving verhogen.
De smaakwaarneming gaat met het ouder worden achteruit. De (warme) maaltijd wordt aantrekkelijker door toevoeging van herkenbare smaakversterkers, als peterselie en bieslook en specerijen als nootmuskaat, kerriepoeder of gemberpoeder. En knoflook, eventueel sambal voor de liefhebber.
Naast proeven en ruiken, draagt het uiterlijk van een maaltijd ook bij aan de smaakbeleving. Bij het ouder worden gaat meestal het gezichtsvermogen achteruit. Een wit bord met aardappelpuree, bloemkool en een gehaktbal? Dat kan betekenen dat alleen de gehaktbal wordt opgegeten. Verschillende kleuren op het bord doet eten. Speel dus met contrastkleuren.
Is er minder eetlust? Bied dan niet teveel op een bord aan. Iemand kan beter om iets extra’s vragen, dan de helft moeten laten staan (dat demotiveert). Serveer de kleine portie op een groot bord, zodat het voor het oog nog beter behapbaar lijkt.
Een volledig gedekte tafel is voor de ene persoon een plezier voor het oog. Voor de andere cliënt kan het echter een onoverzichtelijke geheel zijn, waardoor hij/zij wordt afgeleid, in de war raakt en de weg niet kan vinden. Probeer de tafel overzichtelijk te dekken.
Vroeger kende men groenten als courgette, aubergine, peultjes, groene asperges, venkel, broccoli en paprika niet in Nederland, deze werden pas in de jaren 70 geïntroduceerd. Ouderen zullen deze groenten minder snel herkennen en misschien ook minder waarderen. De groenten van vroeger sluiten beter aan. Dat geldt ook voor andere dingen: een tafellaken was vroeger gebruikelijk, placemats waren dat niet.
Zelfstandig de maaltijd kunnen nuttigen is voor elk mens het prettigst. Als het vasthouden en gebruiken van bestek lastig, wees dan creatief. De stamppot of macaroni kan met een lepel worden gegeten. De boterham met smeersel kan dubbelgevouwen worden genuttigd. Soep en dessert kunnen in een drinkbeker.
Of: zorg dat onderdelen van de maaltijd met de hand kunnen worden gepakt (boontjes, aardappelpartjes, stukjes hamburger). Het handzaam maken van de maaltijd zorgt vaak voor verbeterde inname en meer gevoel van eigenwaarde.
Zelf bijdragen aan de maaltijdbereiding is voor sommige mensen van grote meerwaarde. Zelf een aardappel schillen (of alleen vasthouden, dat kan ook), zelf opscheppen of de eigen boterham smeren: het ritueel is herkenbaar en hoort bij de maaltijd die vanzelfsprekend erop volgt. Autonomie en rituelen rondom het eten dragen bij aan enthousiasme rondom het eten.
Een achtergrondmuziekje of een gezellig gesprek aan tafel is voor veel mensen aanleiding om smakelijker te eten. Maar voor anderen zijn muziek, een gesprek en geluiden juist storende of afleidende prikkels. Zij raken geïrriteerd en zullen minder eten en drinken. Probeer de omgeving af te stemmen op het individu.
Het spreekwoord ‘zien eten, doet eten’ spreekt voor zich, maar gaat niet altijd op. Andere mensen aan tafel hebben een invloed op het eetgedrag. Heb oog en oor voor wat er aan tafel gebeurt.
Door: Agnes Grimmerink, diëtist bij Amstelring en met medewerking van Ben van ’t Wel, kok in woonzorgcentrum De Rietvinck.