Iedereen wordt anders oud. Dat hangt van allerlei factoren af, zoals erfelijkheid en leefstijl. Ziektes en medicijngebruik hebben ook invloed op het ouder worden, zoals bij diabetes, dementie en Parkinson. De meest voorkomende algemene ouderdomskenmerken zijn:
Jonge mensen kunnen ervaren hoe het is om bejaard te zijn. Amerikaanse onderzoekers van MIT bedachten namelijk een bejaardenpak. Je trekt het aan en je voelt dan dezelfde beperkingen als iemand van 75 jaar met een gemiddelde conditie. Zware ledematen, trage en stroeve bewegingen die meer inspanning kosten en veel minder zichtvermogen. Je ziet het in dit filmpje van MIT Age Lab (in het Engels). Niet alles wordt met het bejaardenpak gesimuleerd, zo zijn geheugenachteruitgang en afnemende smaakbeleving er niet in verwerkt.
Je zou haast denken dat het ouder worden alleen maar achteruitgang betekent. Want op 85-jarige leeftijd heeft 90% van de mensen een fysiek of mentaal probleem. Toch beoordeelt de helft van de ouderen de levenskwaliteit en het welzijn juist wat hoger dan toen ze jonger waren. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een publicatie op de site van Leyden Academie ’Grijs is niet zwart wit, Ambities van 55+’.
Misschien is de conclusie wel: hoe ouder je wordt, hoe minder belangrijk (alledaagse) gezondheidsproblemen voor je zijn. Het goede nieuws is dat veel ouderen hun welzijn als optimaal beschouwen. Sociale contacten en voor een ander van waarde kunnen zijn, staan voorop.
Het Trimbos Instituut vindt dan ook, dat we onjuiste aannames rondom ouderen moeten tegengaan. En dat we ons in de ouderenzorg niet alleen moeten richten op het voorkomen en bestrijden van ziektes. Maar vooral op het welbevinden, bezig zijn en van waarde kunnen zijn.